Eat2Run studie

Onderzoek naar de rol van voeding bij peesblessures en buikklachten onder hardlopers. De eerste resultaten van sprintproject 303.

Achtergrond en doelstelling van het onderzoek

Hardlopen is de afgelopen decennia erg populair geworden. Niet alleen onder professionele en recreatieve atleten, maar ook onder minder actieve personen die beginnen met hardlopen vanwege de gezondheidsvoordelen ervan. Helaas kan hardlopen ook leiden tot blessures en andere medische problemen, waaronder peesblessures en buikklachten. Voedingsfactoren kunnen een rol spelen bij deze problemen. Uit eerder onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat suppletie met vitamine C en collageen mogelijk kunnen helpen bij het herstel van peesblessures, en dat inname van vezels en hypertone sportddrank kort vóór het hardlopen buikklachten kunnen veroorzaken. Er bestaat echter nog veel onduidelijkheid over de rol van voedingsfactoren in het alledaagse dieet bij de ontwikkeling, de behandeling, en het voorkómen van peesblessures en buikklachten.

Het eerste doel van de Eat2Run studie was om meer inzicht te krijgen in de prevalentie (het vóórkomen) van de drie meest voorkomende peesblessures (achilles, knie en voet/hiel), en in de prevalentie van hardloop gerelateerde buikklachten onder hardlopers. Het tweede doel was om de samenhang van voedingsfactoren in het alledaagse dieet met het optreden van peesblessures en buikklachten te onderzoeken.

Methoden

In de periode juli 2021 tot juli 2022 werden voor dit onderzoek hardlopers geworven via hardloopverenigingen en organisaties van hardloopevenementen, en in een later stadium ook via social media. De hardlopers moesten twee online vragenlijsten invullen. Eén algemene vragenlijst over persoonskenmerken, hardloop gerelateerde zaken zoals trainingsfrequentie -en intensiteit, het vóórkomen van peesblessures en buikklachten, en algemene gezondheidskenmerken. De tweede vragenlijst ging over de alledaagse voedingsinname. Aan de hand van de voedingsvragenlijst werd de gemiddelde dagelijkse inname van nutriënten en voedselgroepen berekend, en er werd gekeken in hoeverre hardlopers voldeden aan de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad.

In totaal waren 3643 hardlopers geïnteresseerd om deel te nemen aan het onderzoek. Hiervan hebben 1993 hardlopers beide vragenlijsten volledig ingevuld die tevens voldeden aan de inclusie criteria (een leeftijd van tenminste 18 jaar en tenminste 1x per week hardlopen, ongeacht hoe lang en hoe snel). Gegevens van deze 1993 hardlopers zijn gebruikt voor het onderzoek.

Resultaten

Het percentage hardlopers dat op het moment van het invullen van de vragenlijsten last had van een peesblessure (de puntprevalentie) was 6%. Eén derde van de hardlopers (33%) gaf aan dat ze in het verleden een (of meerdere) peesblessure(s) gehad hebben. De meest voorkomende peesblessure was een blessure aan de achillespees, gevolgd door een peesblessure aan de knie en daarna aan de voet/hiel. Voor alles peesblessures geldt dat ze vaker voorkwamen bij mannen dan bij vrouwen. Er werd een samenhang gevonden met leeftijd, het aantal km per week dat iemand hardloopt, en het aantal jaar dat iemand hardloopt: Peesblessures kwamen vaker voor op hogere leeftijd, bij méér hardloopkilometers per week, en bij een langere hardloopcarrière. Er werd echter geen verband gevonden tussen peesblessures en de onderzochte voedingsfactoren.

Meer dan de helft van de hardlopers (57%) gaf aan tijdens of kort na het hardlopen last te hebben van buikklachten. Winderigheid was van 9 uitgevraagde klachten de klacht die het vaakst voorkwam (36%). Buikklachten kwamen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, en werden door vrouwen als ernstiger ervaren dan door mannen. Er werd een samenhang gevonden met leeftijd en met de hardloopintensiteit: Buikklachten kwamen vaker voor op jongere leeftijd en bij hardlopen op hogere intensiteit. Ook werd er een samenhang gevonden met enkele voedingsfactoren, vooral bij mannen. Buikklachten kwamen vaker voor bij een hogere vetinname en een grotere consumptie van ongezonde voedingsproducten zoals koekjes en snacks.

Wat betreft de voedingsinname hadden de hardlopers in dit onderzoek over het algemeen een bovengemiddeld gezond dieet: zij voldeden meer dan de gemiddelde Nederlandse bevolking aan de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad. Dit zou kunnen verklaren waarom we geen samenhang met peesblessures hebben gevonden. Toekomstig onderzoek moet duidelijk maken of een ongezond dieet wel samenhangt met peesblessures.

Conclusie

Onder de deelnemende hardlopers aan dit onderzoek kwamen peesblessures en buikklachten veel voor. Peesblessures komen vaker voor bij mannen en op oudere leeftijd, terwijl buikklachten vaker voorkomen bij vrouwen en op jongere leeftijd. Zowel peesblessures als buikklachten hangen samen met de hardloopbelasting; peesblessures vooral met de omvang, buikklachten met de intensiteit. Een samenhang tussen peesblessures en voedingsfactoren werd in deze studie niet gevonden, wel vonden we aanwijzingen voor een samenhang tussen enkele voedingsfactoren en buikklachten.

Financiën/mogelijk gemaakt door: Dit onderzoek is gefinancierd uit een ZGV research subsidie (€5000,-) en uit Eat2Move gelden.

Tips van de onderzoekers om peesblessures en buikklachten te voorkomen.

Peesblessures:

  • Start low – go slow (gebruik een hardlopers beginners schema als je gaat opbouwen).
  • Blijf bij klachten voorzichtig bewegen, maar zorg dat de pijn tijdens en na afloop en de volgende ochtend niet meer is dan een 4 op een schaal van 10 (0 = geen pijn, 10 = verschrikkelijke pijn).
  • Loop bij achillespeesklachten niet te lang door.
  • Als hardlopen even niet kan door de pijn, ga dan iets anders doen, zoals fietsen of zwemmen.
  • Overweeg bij achillespeesklachten suppletie van collageen in combinatie met vitamine C.​

Buikklachten:

  • Elke hardloper is anders, probeer daarom uit wat voor jou werkt om buikklachten te voorkomen of te verminderen en maak een eigen plan voor tijdens wedstrijden.
  • Zorg dat je goed gehydrateerd (met voldoende vocht in je lichaam) aan de wedstrijd begint.
  • Bij korte wedstrijden (~1 uur): als ergeen drink en eetposten beschikbaar zijn, kijk dan of je zelf wat meeneemt, of besluit dat het niet nodig is, omdat de inspanning zo kort is dat je genoeg koolhydraten in je spieren opgeslagen hebt.
  • Bij lange wedstrijden: Probeer 30-60 g koolhydraten per uur binnen te krijgen bij wedstrijden van 1 – 2,5 uur en 90 g per uur bij wedstrijden van meer dan 2,5 uur.  •Het ‘trainen van de darmen’ door hoge koolhydraat hoeveelheden te nemen tijdens training, leidt tot betere opname van koolhydraten, betere beschikbaarheid van glucose in het bloed en minder buikklachten, en dat samen resulteert in betere hardloopprestaties •Probeer geen nieuwe producten uit bij je belangrijke wedstrijd (probeer dat eerst uit in trainingen of tijdens minder belangrijke wedstrijden)
  • Kleine hoeveelheden of juist wat meer tegelijk drinken? Volgens een onderzoek kan wat meer tegelijk drinken, zorgen voor hogere beschikbaarheid van koolhydraten. Terwijl hardlopers wellicht wat huiverig zijn voor het drinken van grotere volumes, omdat ze bang zijn voor buikklachten. Een groter volume leidt wellicht tot snellere lediging van de maag, waardoor de koolhydraten sneller beschikbaar zijn. Maar een hardloper moet wel trainen op het innemen van grotere volumes tijdens het rennen om geen buikklachten (‘klotsen’) te ervaren .

Publicaties