De ervaring van Master student Florian Raven bij Leaders in Performance Conference

8 November vond het eerste Leaders in Performance Conference, Nutrition plaats. Als lid van het EnPRO team mocht ik samen met een aantal andere master studenten, recent afgestudeerden en onze begeleiders deze conferentie bijwonen.

Het hoofdthema was: “How to become a world class practitioner?”. Vijf experts (Asker Jeukendrup, Kamiel Maase, Luc van Loon, Ron Maughan en Graeme Close) gaven een presentatie binnen hun expertise. Je zou kunnen stellen dat deze vijf mannen voorbeelden zijn van world class practitioners, en dat genoeg van hen te leren viel. Echter bleek de vraag: “hoe word je een goede beoefenaar van het vak?” niet zo makkelijk te beantwoorden. Als sport nutritionist moet je een brug slaan tussen goed onderzoek en de atleten. Echter is het uitvoeren van goed voedingsonderzoek moeilijk en de vertaling maken naar “real life” misschien nog wel moelijker. Daar komt bij dat atleten niet de makkelijkste doelgroep zijn. Vertrouwen tussen een atleet en nutritionist is heel belangrijk, je moet onthouden dat jij er bent voor de atleet en niet andersom. Daar komt nog een uitdaging bij dat atleten andere atleten voor willen zijn en hierdoor erg vatbaar zijn voor trends. Echter kost goed onderzoek tijd, dus voordat iets “bewezen” is zijn er al weer een paar jaar voorbij. Deze tijd hebben de meeste atleten niet. Hoe voorkom je dan dat je atleten niet aan de haal gaan met allemaal supplementen? De oplossing van de experts was weer te vinden bij vertrouwen. Bouw een band op met je atleten en zeg niet dat alles wat ze van andere mensen horen of zien onzin is. Probeer te begrijpen waar hun kennis vandaan komt en denk mee, stel vragen en kom samen tot een plan. Met hele nieuwe supplementen/nutriënten is het soms makkelijker om naar het risico te kijken dan naar de bewezen werking. Als er geen gevaar zit in het nemen van een bepaald supplement is het ’t soms waard om het wel te geven. In één van de presentaties werd de volgende quote van Bertrand Russel naar voren gehaald: “The whole problem with the world is that fools and fanatics are always so certain of themselves, and wiser people so full of doubts”. Hierin schuilt een van de grootste valkuilen, want atleten willen een duidelijk verhaal, en een duidelijk antwoord op hun vragen.

Als onderzoeker weet je dat dit antwoord er vaak niet is, echter iemand die bijvoorbeeld pre-workout verkoopt, verkoopt ook een duidelijk eenzijdig verhaal. Het is dus belangrijk dat je je verhaal zonder te veel twijfel weet over te brengen, maar ook eerlijk bent over de onzekerheden van onderzoek.

 

Alle presentaties die deze mannen gaven waren heel interessant en leerzaam op hun eigen manier. Het was duidelijk dat ze naast ervaren researcher ook ervaren sprekers waren.  Het was leuk om te zien hoe de presentaties inhoudelijk interessant waren maar ook leuk en makkelijk om naar te luisteren. In elke presentatie zaten wel een paar grapjes en luchtige voorbeelden. Een ander luchtig moment van de dag was toen Erik te Velthuis zijn presentaties hield. Erik te Velthuis is de chef van topsport restaurant Papendal en zet adviezen uit sportonderzoek om in gerechten en maaltijden voor topsporters. Het is leuk om te zien hoe iemand zo gepassioneerd is over zijn werk en zijn kennis wil overbrengen en daarmee ook de hele zaal aan het lachen krijgt.

Aan het einde van de dag werden de experts gevraagd of ze uitdagingen hadden voor Eric en vooral Greame Close kwam met een aantal goeie uitdagingen. De eerste, veganistische snacks en maaltijden hoog in eiwit, aangezien de trend van veganistisch eten nu ook overslaat op atleten. En de tweede, lekkere toetjes, iets anders dan kwark met fruit, maar echt lekker. Dit is natuurlijk niet het enige wat over de toekomst ging, ook het gebrek aan kennis over het effect van eiwit inname op endurance performance en trainingsadaptatie kwam op meerdere momenten naar voren. En op zo’n moment is het toch leuk dat je meewerkt aan een onderzoek dat op deze vragen graag antwoord wil geven.