Aangezien Fase 2 alweer een tijdje van start is, zijn ook de praktijkonderzoekers over de helft van hun onderzoeksperiode. Elke maand zullen we één van de onderzoekers aan het woord laten om te vertellen hoe het met hun projecten en resultaten gaat. Deze keer de beurt aan Pim Knuiman, die recent weer een paper heeft gepubliceerd.
Je bent nu ruim over de helft van je project, hoe kijk je terug op afgelopen periode?
In het eerste jaar van mijn PhD heb ik me voornamelijk beziggehouden met de rol vanspierglycogeen en koolhydraten rondom krachtinspanning. Eerst heb ik een overzichtsartikel geschreven waarin ik de rol van spierglycogeen en het effect op spieraanpassing bij diverse trainingsvormen beschrijf. Vervolgens hebben we een experiment bedacht waarin we gezonde jongen mannen een duurtraining in de ochtend lieten doen en een krachttraining in de middag. Tussen de training in kregen ze op de ene dag een koolhydraatrijke maaltijd, op de andere dag een iso-calorische koolhydraatarme maaltijd. In de spieren zit een glycogeenvoorraad, dat zijn opgeslagen koolhydraten die dienen als energiebron. Die voorraad gaat maximaal anderhalf uur mee. Dus zo zorg je ervoor dat iedereen op hetzelfde lage niveau van koolhydraten begint. De proefpersonen werkten op twee verschillende dagen een krachttraining af. In dit onderzoek hebben naar verschillende fysiologische reacties gekeken in het bloed en in de spier, deze reacties geven een indicatie over de mate van spierherstel na training. De publicaties van het onderzoek zijn inmiddels gepubliceerd of nog onder collegiale toetsing.
Overzicht publicaties tot nu toe:
- Glycogen availability and skeletal muscle adaptations with endurance and resistance exercise (Knuiman, Hopman and Mensink, Nutrition & Metabolism, 2015)
- Koolhydraten en training: een beetje minder voor meer resultaat? (Knuiman, Tieland, Weijs, Noordhof and Mensink, Nederlands tijdschrift voor voeding & diëtetiek, 2017)
- Select skeletal muscle mRNAs related to exercise adaptation are minimally affected by different pre-exercise meals that differ in macronutrient profile (Knuiman, Hopman, Wouters and Mensink, Frontiers in Physiology, 2018)
- Cytokine responses to resistance exercise with different nutrient availability on a combined exercise day in trained healthy males (Knuiman, Hopman, Hangelbroek and Mensink, Cytokine (onder collegiale toetsing), 2018)
En wat zijn je plannen voor het komende jaar?
Doorgaan met waar ik mee bezig ben, dat houdt in: nog meer onderzoek doen, maar ook mijn eigen onderzoeksvaardigheden naar een hoger niveau tillen. Een PhD is een leertraject, je wordt in 4 jaar opgeleid tot onderzoeker. Ik probeer de ervaring van de eerste twee jaar mee te nemen in het huidige onderzoek wat ik doe. Momenteel ben ik bezig met de uitvoering van een interventiestudie waarin we het effect van eiwitsuppletie op aanpassingen van duurtraining bekijken. Onze focus ligt met name op de aanpassingen in de spier. We weten dat duurtraining de oxidatieve capaciteit verbeterd. De verbetering in oxidatieve capaciteit is onder andere het gevolg van aanpassingen in bloed, hart, longen en spieren. Door het afnemen van bloed en spier kunnen we een aardig beeld krijgen van deze aanpassingen. Of een eiwitsupplement deze aanpassingen kan verbeteren zal het onderzoek moeten uitwijzen.
Wat vind je het leukste aan het doen van onderzoek?
Het bedenken van het onderzoeksdesign, de uitvoering, analyseren van de resultaten en het opschrijven hiervan. Daarnaast is het ontzettend leerzaam om zelf hoofdverantwoordelijke te zijn voor de uitvoering van een interventieonderzoek, het vraagt veel tijd, maar je krijgt er nog meer voor terug. Gelukkig beschik ik over een goede onderzoeksassistent en een team van stagiaires, dat is noodzakelijk voor een goede uitvoering.