Interview: Praktijkonderzoekster Rieneke Terink

Aangezien Fase 2 alweer een tijdje van start is, zijn ook de praktijkonderzoekers over de helft van hun onderzoeksperiode. Elke maand zullen we één van de onderzoekers aan het woord laten om te vertellen hoe het met hun projecten en resultaten gaat.

Je bent nu ruim over de helft van je project, hoe kijk je terug op afgelopen periode?

Het was een erg leuke en erg leerzame periode. Ik heb met veel plezier verschillende projecten op kunnen pakken en daarbij verschillende dingen geleerd: van het schrijven van artikelen, het overtuigen van de Ethische commissie van een onderzoek dat gedaan moet worden, tot het bezig zijn met proefpersonen en ze motiveren om te doen wat nodig is voor het onderzoek. Kortom: erg gevarieerd en heel leerzaam.

En wat zijn je plannen voor het komende jaar?

Ik wil de studies die ik tot nu toe gedaan heb opschrijven en proberen te publiceren, dat zijn er nog een aantal, dus ik moet veel schrijven aankomende tijd.

Daarnaast wil ik nog 1 nieuwe studie opzetten, die mijn onderzoeksvaardigheden hopelijk zal verbreden. Als het me lukt wordt het een studie met de focus meer op de onderliggende fysiologische mechanismen dan de atleet als geheel, maar daarvoor ben ik me nog aan het inlezen.

Kun je al iets vertellen over de onderzoeken die je hebt uitgevoerd?

Ik ben begonnen met een magnesium studie waarbij we keken naar het effect van 1 zware inspanning op de magnesium status (zowel geïoniseerd als totaal magnesium). Daarbij werden 7 bloedmonsters afgenomen verdeeld over een dag. Er was een flinke dip te zien in de magnesium levels in het bloed, maar deze herstelden na ongeveer 3.5 uur weer. Daarnaast heb ik enkele studies bij de vierdaagse van Nijmegen gedaan: 2 in 2015, één met de focus op ijzer en één met de focus op cytokinen, en 1 in 2016 met de focus op magnesium. Voor afgelopen zomervakantie heb ik een onderzoek gedaan waarbij ik heb gekeken naar cortisol en testosteron waarden in speeksel en haar in zwemmers, en of dit over een trainingsperiode van 10weken correleerde met de trainingsbelasting. Nu zijn we datzelfde onderzoek aan het uitvoeren in Papendal, ditzal in maart klaar zijn.

Nu ben ik een studie aan het afronden, waarmee ik wilde uitzoeken of een verhoogde trainingsbelasting leidde tot verminderde sportprestaties, een soort overtrainingsonderzoek, afhankelijk van het resultaat hiervan komt hier een vervolg op of niet.

Wat vind je het leukste aan het doen van praktijkonderzoek?

De variatie. De ene keer zit je buisjes te stickeren en de volgende keer duik je de literatuur in om uit te zoeken waarom je bepaalde resultaten vindt. Daarnaast heb je als onderzoeker met sporters ook veel contact met je proefpersonen wat erg leuk is. En als laatste zijn de data analyses eigenlijk net kleine puzzeltjes die je mag doen.